Op het allerlaatste moment sleur ik vriendje mee naar Dommelschhoek, de ‘lokale’ kroeg van Rotterdam Alexander. Ik dacht: laat ik dit keer lekker dicht bij huis blijven. Helaas was ik niet dicht bij huis meer, want vriendje woont ongeveer 40 minuten fietsen er vandaan, waar ik er maar 5 minuten vandaan woon. We waren dus lekker efficiënt bezig.
Daar aangekomen kwamen nog twee vrienden van vriendje en een vriendin van mij, want no way in hell dat ik dus tussen een zee van testosteron zou verdrinken. Nee, mijn vriendin kwam me vergezellen en vertelde meteen dat ze was gestopt met d’r studie. Nou, ik had geen oog meer voor iemand anders. ‘Wat ga je nu doen dan?’ hoor ik mezelf nog vragen. ‘Nou, ik ga wiskunde en natuurkunde op vwo-niveau bijscholen, veel proefstuderen en veel werken.’ (Ze had een baantje op Utrecht Centraal waar ze nu moest stoppen. Welk baantje??) Heerlijk wijf vind ik het.
We babbelen verder. Het café is niet zo druk, ik heb uitzicht op een groep van vijf jonge mannen waarvan drie met een bril en krulletjeshaar. Ik denk automatisch aan Guus Meeuwis, waardoor ik dus automatisch aan Tilburg denk, waardoor ik dus automatisch aan m’n ondergang denk (grapje, hard lachen nu). Later hoor ik die gasten het ook werkelijk hebben over Tilburg en nóg iets later kon ik zweren dat ik dat Brabantse accentje hoorde. Godsamme. Zit ik hier in een Rotterdams café, zit Brabant alsnog achter m’n kont aan te lopen.
Om al deze gekte even te ontlopen, sleur ik vriendin mee naar het station, waar ze sinds kort een AH to go hebben, want Cathy ging dóód van de honger. Ik kocht uiteindelijk niets, want dat is wat je doe als je honger hebt. Vriendin aan de andere kant koopt roze koeken, en lief als ze is, krijg ik er één in m’n strot geduwd. Als twee ouwe wijven rennen we weer terug onder het mom van ‘het eraf lopen van de roze koeken’. We komen het café weer binnen wankelen en we worden hysterisch als de jongens het hebben over de Burger King die er om de hoek zit. Vriendin en ik zijn de eerste die wegsprinten. Daar gaat je net mooi afgetrainde buik.
Het is ondertussen elf uur en we staan zo’n beetje als enigen bij de Burger King. We bepalen wat we willen. Ik wil patat. PATAT. Het water loopt me in de mond. Eten is eigenlijk nooit zo lekker als ’s avonds laat wanneer Sonja het al eigenlijk verboden heeft. En ineens kom ik op nog een geweldig idee. Mijn eindproduct voor school gaat over Marokkanen in Nederland en dus leek het me wel leuk om een Marokkaans iemand te interviewen, want ach, ik woon niet voor niets in een allochtoon gat. De manager van de Burger King is van Marokkaanse afkomst en komt naar me toe met een gezicht dat op ik-zie-een-spook-modus staat en me bang afwijst met het excuus dat hij ‘geen interviews mag afleggen’. Jezus. Net anderhalve maand school en ze zijn nu al bang voor me.
De patat was niet te vreten. Het ijsje dan weer wel. Vriendin en ik gaan naar het toilet en komen drie kwartier later weer terug. Very ladylike. We stappen allemaal op de fiets en gaan naar huis. Ik ga vriendin vanaf nu vaker updaten, en één van die gozers van vriendje vond me een ‘toffe chimeid’.
Kijk. Daar doe ik het nou voor.
donderdag 30 oktober 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten